Rode panda

De rode panda is een dreigende diersoort

Deze rode of kleine panda of katbeer is een diersoort in Azië. De diersoort behoort niet tot een beer, maar tot de familie Musteloidea en de katberen familie Ailuridae. Dit roofdier bestaat uit twee ondersoorten, namelijk Ailurus fulgens styani en Ailurus fulgens fulgens. De wetenschappelijke naam van dit roofdier is Ailurus fulgens en in het Engels wordt dit dier red panda of lesser panda genoemd. Ze leven in bergbossen op een hoogte van tussen de 2000 en 5000 meter. Ook leven ze voornamelijk in China, Bhutan, Nepal, India en Birma. Ook is er geen verschil zichtbaar tussen de vrouwelijke en mannelijke kleine panda.

Waar zijn deze rode panda’s te vinden?

De rode panda’s zijn voornamelijk te vinden in verschillende dierentuinen. In de dierentuinen worden deze rode panda’s gefokt om te kunnen blijven leven. De dierentuin Diergaarde Blijdorp in Rotterdam is wereldwijd de leider van het fokprogramma van de rode panda. Ook komen de ronde panda’s voor in bamboebossen op het Himalayagebergte in Azië. De hoogte van deze bergen zijn tussen de 2200 en de 4800 meter.

Uiterlijk rode panda

De rode panda’s groeien tot een lengte van ongeveer 50 tot 62 centimeter. Ze wegen meestal ook rond de 3 à 6 kilo. De staart is ongeveer 28 tot 47 centimeter. De vacht van de rode panda’s zijn roodbruin met zwarte en witte vlekken. Omdat de vacht van de rode panda’s erg zacht zijn worden ze ook kleine panda’s genoemd. Dit komt omdat kleine panda’s in het algemeen een zachte en wollige vacht hebben. Doordat ze een dikke en wollige vacht hebben beschermen ze zich voor de koude dagen. Het nadeel van zo’n dikke en wollige vacht is wel dat ze slecht tegen de warmere dagen en de zon kunnen. De poten van de kleine panda’s zijn zwart en de zolen wit. De voetzolen van de kleine panda is erg behaard en dit zorgt ervoor dat het dier niet uitglijdt op rotsen of vochtige takken. Ook zijn ze door de behaarde poten beter beschermd tegen de koude dagen.

Leefwijze rode panda

Het belangrijkste wat deze rode panda’s eten is bamboe, dit is zijn lievelingseten, net zoals die van de reuzenpanda’s. Toch zijn deze twee panda’s geen familie van elkaar. De reuzenpanda behoort tot de familie van de beren. De kleine panda’s hebben hun eigen families. Voor de rest eten de rode panda’s ook fruit, vogeltjes, kleine zoogdieren en bloemen. De rode panda’s gaan voornamelijk ‘s nachts op zoek naar eten. Ook is de rode panda goed in klimmen en houd zich vooral bezig met klimmen in bomen. Doordat hij brede poten heeft met enorm scherpe nagels is het makkelijk om te klimmen. Slapen doen ze vooral in hoge bomen en rollen zich helemaal op en gebruiken hun eigen zachte staart als deken of kussen. Ze communiceren door middel van het maken van geluid zoals: blazen, fluiten en piepen. Als ze zich aangevallen voelen beginnen ze te grommen of te blazen. De rode panda’s maken dus veel gebruik van communiceren met geluid.