Veel mensen weten het verschil tussen een pad en een kikker niet. Niet heel gek want ze lijken best veel op elkaar. Het grote verschil zie je in de huid, de poten en het voortbewegen. Zo heeft een kikker erg lange en gespierde achterpoten. Deze lange achterpoten zitten opgevouwen onder het lichaam van de kikker als hij zit. Als de kikker wilt gaan springen maakt deze zich zo lang mogelijk. Een kikker kan erg ver springen. In tegenstelling tot een kikker, springt een pad niet zo ver. Een pad kan alleen kleine sprongetjes maken of ze lopen. Een pad heeft ook kortere achterpoten. Er zijn elf verschillende kikker en paddensoorten in Nederland. De ene soort vind je in heel het land en andere soorten komen alleen in bepaalde gebieden voor. Zo heb je kikkers die alleen rond een moeras. Je hebt ook kikkers en padden die leven in de bossen, waar veel water is en ook open vlaktes zijn. Voor elke kikkersoort is er wel een plek te vinden waar zij in alle rust en veiligheid kunnen werken.
Soorten
De kikker en pad komen uit dezelfde familie, het zijn allebei amfibieën. Kikkers en padden kom je over heel de wereld tegen. Op twee plekken zal je ze niet vinden, in gebieden die te warm en te koud zijn. Over heel de wereld zijn er ongeveer 4.000 verschillende soorten padden en kikkers. Er is een kikker die als hij volwassen is op zijn grootst wel 1 cm lang is. De grootste kikker kan wel tot 32 cm lang worden. Bij deze dieren zijn de vrouwtjes in de meeste gevallen groter dan de mannetjes. Een kikker luistert niet met oren, maar met een soort schijf. Deze schijven zitten aan de zijkant van de kop. Kikkers en padden hebben bolle ogen, deze kunnen elke kant op draaien zelfs los van elkaar. Een kikker en pad haalt adem door de neus, maar ook nog eens door de huid. De huis is poreus. Er zitten allemaal kleine gaatjes in de huid van de kikker. Dit is ook de reden dat de kikker nooit door de mond drinkt. Het is wel de bedoeling dat de kikker zijn huid goed vochtig houd, hierom leven ze ook in een natte omgeving.
Een kikker en pad zal je niet snel zien overdag. Ze houden zich schuil. Zodra de nacht begint komen de kikkers en padden naar buiten en gaan ze jagen op voedsel. Zo gaan ze op zoek naar slakken, spinnen, wormen en andere insecten. Ze hebben een kleverige en lange tong waarmee ze hun prooi vangen. Deze lange tong schieten ze ineens uit hun bek en pakken ze de prooi. De prooi blijft aan de kleverige tong plakken. Om in de smaak te vallen bij de vrouwtjes kikkers en padden gaan de mannetjes kwaken. De groene kikker is de beste hierin. In de herfst zie je kikkers en padden steeds minder snel bewegen. Dit komt omdat het koudbloedige dieren zijn. Als de temperatuur in de nacht onder de zeven graden daalt dan is het tijd voor de kikkers en padden om een winterslaap te houden. Na een lange winterslaap is het tijd voor de mannetjes en vrouwtjes om naar een sloot te gaan, hier worden dan de jonge kikkertjes en padjes geboren. Je hebt het misschien wel eens gezien, kikkerdril. Het ligt in het water. Sommige kikkers en padden gaan terug naar de sloot waarin zij geboren zijn. Onderweg naar deze sloot, liggen er allerlei roofdieren en autowegen op de loer. Er zijn zat mensen die padden helpen oversteken tijdens de paddentrek, zodat deze niet overreden worden. Een kikker en pad zijn voedsel voor andere dieren, maar zij eten zelf ook weer kleinere dieren. Dit houd de natuur mooi in balans. Insecten worden opgegeten door padden en kikkers. Reigers, ringslangen en snoeken jagen weer op de kikker en pad.
Leave a comment
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.