De aardaker plant is een onderdeel van het Lathyrus geslacht. Deze plant was vroeger een wettelijk beschermde plant, maar dit is vanaf 1 januari 2017 niet meer zo.
Botanische beschrijving
Deze plant heeft kruid dat overblijft, dit wordt een klimplant met erg platte stengels. Deze stengels kunnen wel 30 tot en met 100 centimeter lang worden. De ongeveer twee centimeter lange bloem is rozerood tot violet gekleurd en groeien voornamelijk in trossen van 3-4 tot wel 7-8 stuks. Deze plant groeit vooral in de maanden juni en juli. Vlinders bestoven deze planten, maar ook bijen uit met het geslacht Osmia, Trachusa, Megachile en Eucera. Deze bloem kun je goed ruiken.
De bladeren van deze plant zijn geveerd. De onderste bladeren zijn solitair en ovaal gevormd en de einddeelblaadjes bestaan uit verschillende ranken, hiermee hecht de plant zich vast. De middelste blaadjes op de plant zijn vrij lang en soms ook hartvormig.
De ontkieming van de plant is tweedelig, het is ook wel een hemikryptofyt. De bovenste gedeeltes van de kiemwortels en het hypocotyl gaan zich verdikken tot een knol. Vanuit de okselbladeren van de kiembladeren en onderste bladeren begint er een stengel te groeien die wel 60 centimeter lang kan worden. Deze stengel wordt ook wel een bodemuitloper genoemd. De uitlopers gaan zich vertakken en de knoppen die in de bodem liggen gaan zich vervormen tot knolvormende wortels. Het duurt ongeveer 4 jaar voordat de knollen uitgegroeid zijn, ze zijn dan ongeveer net zo groot als een hazelnoot. De wortelen van deze plant gaan tot wel 70 centimeter de grond in. Door de ondergrondse uitlopers en knollen vermeerderd deze plant zich.
Waar komt de aardaker voor?
De aardaker komt voornamelijk voor op gebieden waar kleigrond is, zoals in wegbermen en akkerranden. Deze plant vind kalkhoudende grond het fijnst, maar zou ook op andere soorten grond kunnen groeien. Een Duitse ecoloog genaamd Heinz Ellenberg verklaarde dat de aardaker een typische soort plant is die goed op een schrale grond kan groeien, tussen de graanvelden bijvoorbeeld.
Deze plant komt tegenwoordig ook voor in Noord-Amerika. Vroeger kwam deze plant hier niet voor maar komt deze plant oorspronkelijk uit het westen van Azië en uit Europa.
Wat te doen met aardaker
Heel wat jaren terug werd de aardaker commercieel verbouwd. Voornamelijk in Nederland in Zeeland en rond Zuid-Holland werd er veel verbouwd. Nu de tijd vind je de aardaker vooral in verschillende tuinen van mensen met oude cultuurgewassen.
De knollen werden vroeger gekookt als aardappels of als tamme kastanjes gepoft. Maar men gebruikte het ook als voer voor de varkens of als koffiesurrogaat. De knollen konden ook tot plantaardige olie worden verwerkt. In de 16e eeuw bedacht men om hier meer mee te doen en zo werd er van deze plant ook parfum gemaakt.
De laatste tijd wordt deze plant verwerkt in zaadmengsels. Deze mengsels worden dan uitgezaaid in onbegroeide terreinen. Deze plant zorgt voor verbetering in de bodem, zo draagt hij bij aan de stikstof. Je kunt deze plant vergelijken met de lupine en luzerneklaver. In gebieden zoals Duitsland kun je de aardaker vinden in het wild, bij de akkergrenzen en herinnert men aan zijn vroegere waardes. Maar deze plant is tegenwoordig ook steeds vaker aan het voorkomen in graanakkers, hier wordt de plant gezien als onkruid. De plant is eenvoudig te kweken in tuinen, gespecialiseerde zaadhandelaren verkopen de aardaker zaden.
Leave a comment
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.